Een turbulente rit

Terwijl de klok genadeloos verder tikt probeer ik even tijd te maken om terug te blikken op de voorbije maanden. Ze waren de hel. Fysiek en emotioneel zaten we met z’n twee op een rollercoaster waarbij de ups and downs onvermijdbaar waren. Het fysieke gedeelte heb ik grotendeels zelf gedragen, zo gaat dat nu eenmaal met zwangerschappen. Dankzij de gebeurtenissen en mijn hormonen kon mijn man wel meegenieten van het emotionele avontuur. Maar nu is het zo ver… Nog een dikke week en dan wordt ons derde wonder geboren. En een wonder mag deze meid echt genoemd worden …

De zwangerschap was niet vanzelfsprekend: al snel werd ik ziek. Misselijk: dag en nacht, vermoeid, zodanig dat ik nauwelijks uit bed kon en niet veel meer kon betekenen voor mijn andere twee monstertjes en mijn man. Wekenlang, maandenlang was de minste fysieke activiteit echt een uitdaging waar ik me door moest slepen. Dat dit langer duurde dan het gemiddelde eerste trimester maakte ook dat het licht aan het einde van de tunnel nooit dichterbij leek te komen … Een ziekenhuisopname, verschillende onderzoeken en heel veel vraagtekens bij de dokters tot het verdict viel… Ik had een CMV-besmetting opgelopen. Al mijn symptomen en kwalen konden plots herleid worden tot dat vreselijke cytomegalovirus dat iedereen vroeg of laat wel eens tegenkomt. Op zich is dat virus niet echt het vermelden waard. De meeste mensen merken een loopneus of voelen zich wat grieperig en genezen spontaan binnen de kortste tijd. Het enige probleem is dat je dat verdomde virus best niet krijgt tijdens een zwangerschap of wanneer je zwanger wilt worden … De gevolgen voor het ongeboren kind kunnen immers ver reiken.
Ik had dan ook alle pech van de wereld: ik liep het virus héél vroeg in de zwangerschap op en mijn lichaam besloot daar dan ook nog eens hard op te reageren. Alsof het verdict CMV al niet zwaar genoeg te verduren is tijdens die slopende maanden van bang afwachten.

Ik kreeg het nieuwtje te horen via telefoon en er werden meteen extra controles ingepland. Mijn zwangerschap werd plots als een risico voor moeder en ongeboren kind bestempeld. Een punctie was onvermijdelijk en die vond dan ook plaats begin augustus. Gelukkig hadden we véél tijd om als koppel en als individuen in het reine te komen met wat ons boven het hoofd hing. We wisten waar we stonden en konden samen met opgeheven hoofd over de twee opties praten. Indien ons kindje zou besmet zijn, dan vonden we beiden dat we niet met de zwangerschap konden doorgaan … Niet voor het kind in kwestie, dat we alle kansen op een prachtig en gezond leven gunden, maar evenmin voor de twee schatten die hier al rondlopen. Zij verdienen ook een onbezorgde toekomst zonder dat ze moeten wedijveren met een broer of zus die extra noden heeft.  Dat we die beslissing met z’n twee zo konden nemen zorgde ervoor dat ik mij goed op het  ‘worst case scenario’ kon voorbereiden. Ik zocht uit hoe alles wettelijk zat, wat we moesten regelen, hoe zo’n dingen verlopen, ik voerde moeilijke gesprekken met specialisten om toch maar zo voorbereid mogelijk te zijn op slecht nieuws. Het kostte ons veel tranen en verdriet, ook al wisten we niet hoe het ging aflopen en koesterden we hoop op het beste nieuws ooit.
Maar daarvoor moesten we de punctie afwachten en die stond pas maanden later gepland, pas begin augustus … Een angstige dag gevolgd door nog meer angstigere dagen vol ongeduld om te weten hoe het nu juist zou uitdraaien. En dan plots … Het verlossende telefoontje: jouw dochter is gezond. Het virus is niet tot bij haar geraakt.
Er wordt verondersteld dat ik zo ziek ben geworden omdat ik al mijn bescherming en immuniteit heb doorgegeven aan mijn kind. Mijn lichaam en mijn ongeboren dochter hebben als één front gevochten tegen dat virus dat ons leven voorgoed kon veranderen.
De artsen zeiden ons nadien dat ze deze uitkomst nooit hadden durven dromen, gezien mijn toestand en ziektebeeld. Onze vreugde kon niet op en mede doordat alle doembeelden en kopzorgen stilaan konden losgelaten worden en we vol vreugde en geluk de laatste maanden van de zwangerschap in konden gaan, werd ik plotsklaps beter. Ik heb nog steeds last en hoewel ik ook nog dagen van misselijkheid heb, zelfs nu in de laatste dagen, is dit alles net iets makkelijker te plaatsen. Nu kunnen we tenminste aftellen, op twee handen, naar de mooie herfstdag dat we kennis kunnen maken met onze derde dochter …

Goddelijke haren

Mijn haren voelen zacht aan. Ze  blinken een beetje. Niet van vettigheid maar van gezondheid. Mijn hoofdhuid jeukt niet meer zo erg als vroeger. Ze jeukt nog, maar dat lijkt me maar normaal. Als je bekijkt hoeveel haren ik heb …
Het gaat me goed af daar in No Pooland. Jaja, ik hou vol. Geen shampoo’s meer voor mijn haren. En ook conditioners en maskers worden geweerd. Althans, de soort die je in de winkel kan kopen.

Ondertussen ben ik geëvolueerd naar DIY shampoo op basis van allemaal vreemde ingrediënten die me tot nog niet zo lang geleden onbekend waren. Gelukkig mocht ik eerder al kennis maken met de geweldige online kruiden- en pittenwinkel Pit Pit. Het was dus maar een kwestie van even zoeken en op bestellen klikken om al dat onbekends in huis te halen.

Mijn eerste homemade shampoo heb ik in ware heksenstijl gebrouwen volgens een receptje dat ik eerder al had gepind in mijn No Poo mood board. Dit recept heb ik gekozen omdat het gebruik maakt van wasnoten. Toevallig heb ik er daar meer dan genoeg van liggen. Verder worden er gedroogde (wilde) kamillebloemen gebruikt, heermoes, heemst wortel, hibiscus (zorgt voor die heerlijke rozige kleur), guargom (dikkingsmiddel), citroenzuur (bewaarmiddel), kokosmelk, appelazijn, zelf gemaakte Aloë Vera gel, en lekkere essentiële oliën. (Persoonlijk vind ik dat ik daar een beetje té wild ben gegaan met pepermunt. Volgende keer ga ik voor een gematigdere geur :)).

Het was experimenteren en ik had absoluut geen idee wat de uitkomst zou geven. Maar na anderhalve maand durf ik een tevreden oordeel vellen. Ik hoef mijn haar met deze shampoo maar 1 keer om de twee weken te wassen. En daarbij is het dan vooral belangrijk om op voorhand de hoofdhuid al goed te masseren zodat dode huidschilfers makkelijk loskomen en uit je haar kunnen verwijderd worden. Het is ook belangrijk om de shampoo een goeie 5 tot 10 minuten in je haar te laten trekken voor je je haar spoelt. Zo kan je haar al het goeds van de kruiden goed opnemen.

Een struikelblok is echter de Aloë Veragel en/of de guargom. Deze zijn in mijn brouwsel niet goed opgelost, dus bij het spoelen moet ik goed opletten dat alle ‘brokjes’ goed verwijderd worden, anders heb ik de eerste dagen na het wassen en soort van vettige haardos.
Pas op: net zoals wanneer je je haar enkel met natriumbicarbonaar zou wassen, heb je de eerste dag sowieso een ietwat vreemder gevoel aan je haren en op je hoofdhuid, maar vanaf dag 2 lijkt je haar echt herboren. Ik ben fan en ik kan al niet wachten op een nieuw brouwsel te proberen met andere kruiden en geurtjes.

Wil je zelf aan de slag? Dan kan je hieronder de werkwijze vinden. Succes!!

  1. Breng 500 ml kokosmelk (of gedistilleerd water, of een combinatie kokosmelk/water) aan de kook met de heemstwortel en 10-12 halve wasnoten  en laat een 20-tal minuten op een zacht vuurtje sudderen.
  2. Haal de pan van het vuur en voeg de gewenste kruiden toe. Roer goed om en laat deze brei volledig afkoelen. Wanneer alles goed koud is kan je de kruiden uit de vloeistof filteren met een zeefje. Voeg 3 ml citroenzuur toe.
  3. Meng appelazijn met haarhelende kruiden (trek er eerst een thee van) en de aloë vera gal. Met een klopper meng je er de Guargom onder. Zorg dat je géén brokken krijgt en mix grondig! Giet dit alles bij de eerste stappen en blijf goed mixen. Je zal merken dat je een lekkere dikke brei krijgt. Voeg max 20 druppeltjes essentiële olie toe ( lavendel, rozemarijn, pepermunt, … doe gek, combineer heerlijke geuren, maar onthou: less is more!)

Gebruik: verdeel gelijkmatig over je hoofdhuid en haar. Masseer het grondig zoals je met een reguliere shampoo zou doen. Laat alles 5 tot 10 minuten trekken en spoel goed uit. Herhaal het spoelen enkele keren. Indien je dit wil kan je je haar voor extra glans nog eens naspoelen met appelazijn.
Deze shampoo is kindvriendelijk, maar kan pikken in de ogen. Opletten geblazen dus. ( Persoonlijk kies ik er nog altijd voor om onze mini’s hun haren met gewoon water te wassen).

Het verhaal van de luie moeder

ZE is bijna 5 maand. Geen wonder dus dat iedereen verwacht dat onze nachten rozengeur en maneschijn zijn. Voor mij zijn ze dat ook. Ik hoef ’s nachts niet uit bed om flessen op te warmen of om luiers te verversen. Maar of mijn dochter dan doorslaapt? Dat kan, al denk ik dat ik gewoon een zeer luie dochter heb “gekweekt” door aan co-sleeping te doen. Maar ja, zo moeder zo dochter, niet waar?

Waarom ik een luie dochter heb? Ze hoeft midden in de nacht haar keel niet open te trekken om mijn aandacht te trekken. Ze hoeft ook helemaal niet haar ogen open te doen om eten te krijgen. Lui dus. En makkelijk. Vooral makkelijk. Ik hoef ook mijn bed niet uit om mijn dochter gelukkig te houden. Ik moet maar even naast me tasten, dochterlief goed tegen me aandrukken en hup … mevrouw hapt aan en krijgt een heerlijke droomvoeding. Lekker makkelijk en zeer ontspannend. Dikwijls lig ik alweer in slaap nog voor zij zich losmaakt en een makkelijke slaaphouding naast mij zoekt. Hemels.

Nu ze kan rollen maakt ze de nachten nog fijner. Ze wurmpt zich doelbewust naar me toe. En hapt ook al aan zonder enige hulp. Als ik dan even wakker word en me probeer te verleggen komt er een luide kreun en volgt ze moeiteloos mijn beweging om toch maar dicht bij mijn borsten te blijven liggen. Prachtig toch hoe Moeder Natuur dat zaakje mooi geregeld heeft. Dochterlief is gefixeerd op mijn borsten en ik ben gefixeerd op dat kleine slapende wezen naast me. Op en top veilig en helemaal op maat van luie mama’s en luie kindjes.
En net voor dat extra beetje veiligheidsgevoel, niet iedereen vertrouwt blindelings op La Mama, staat er trouwens een geweldige co-sleeper naast ons bed. Zo begint onze meid haar nachten tenminste in een eigen bedje.

Wat een tempo

De tijd vliegt. Nog niet zo lang geleden was ik ongeduldig genoeg om het lot te tarten met allerhande, soms eerder curieuze, methoden om dat kleine wezen net wat sneller op deze aardbol te zetten. 

Vandaag maak ik echter geduldig lijstjes en ochtendplanningen om maandag opnieuw mijn weg naar de werkvloer te vinden. En die weg moet tot op de seconde getimed worden, want de wekker zal genadeloos vroeg een ijl lawaai op mijn oren afsturen. 

Een dubbel gevoel: Roos is amper 12 weken, Correctie: 11 weken en 6 dagen, jong wanneer ik opnieuw door de schoolpoorten zal stappen. Maar anderzijds zal het deugddoen om me wat meer onder de spraakvaardige mensen te begeven. 

Desalniettemin zal maandag mijn mamahartje een klein beetje treuren wanneer ik twee minimensjes achterlaat. Minimensjes die plots elk al zo groot zijn geworden… 

En we zitten met een lek

Dat kleine wezentje van mij is met haar gat in de boter gevallen, al zeg ik het zelf. Grote zus is ontzettend trots op ‘baby’ en wil niets anders dan zoentjes geven en ‘aaike baby’ doen. Niets dan zusterliefde dus. De jaloezie waar ik, ik beken, toch een beetje bang voor was is gelukkig achterwege gebleven. Hout vasthouden dat dit zo blijft.

FullSizeRenderNatuurlijk is het even moeilijk wanneer de kleinste een lekkere portie mamamelk live van de bron te drinken krijgt. Want ook nummer 1 wil graag aandacht en bij mama en baby zitten. Maar de wil om ook die aandacht te krijgen heeft ons meteen ook dé oplossing gebracht voor de extra mamahonger van onze oudste. Wanneer baby drinkt wil ook zij … drinken. En niet van een flesje met water of een flesje groeimelk, neen ze wil mama drinken. En wie ben ik om dan cru neen te zeggen? Onze dochter mag dus proberen of ze ook melk uit mama’s borsten krijgt. Tot nu toe zijn haar pogingen niet meer dan lieve kusjes of likjes op mijn borsten, maar mijn moederhart smelt telkens bij het enthousiasme waar ze de queeste mee aanvangt. Tot plots, gisteren er een échte zuigbeweging kwam. Nog niet lang genoeg om een echte melkstroom op gang te brengen, maar wie weet komt het hier dus nog wel tot tandemvoeden. Maar als het dat niet wordt, dan houden we haar toch gewoon gelukkig door haar deel uit te laten maken van de borstvoedingservaring van nummer 2. Twee dochters gelukkig, ik gelukkig. En als de meisjes gelukkig zijn, dan is papa gelukkig.

Haar enthousiasme heeft natuurlijk ook een keerzijde. Mijn productie is goed, om niet te zeggen misschien wel een beetje te goed. Het gevolg is dat ik nu niet alleen spontaan begin melk te spuiten wanneer nummer 2 in mijn buurt komt en hongerig lijkt of een beetje troost nodig heeft, maar ook wanneer de krokodillentranen van nummer 1 over haar mooie snoetje rollen. Mijn compressen kunnen de stroom niet aan en dus zitten we met een lek. Of zeg maar met lekken.

Mijn voornemen om deze keer alles met wasbaar te gaan doen én dus ook wasbare compressen te gebruiken lijkt het héél moeilijk te krijgen. De wasbare compressen zijn duidelijk niet voorzien om mijn krachtige toeschietreflexen (TSR). Op één, twee, drie zijn ze volledig verzadigd en loopt de melk er gewoon door waardoor ik op een dag makkelijk enkele nieuwe outfits moet zien tevoorschijn toveren. Ik vrees dat ik dus nog even geduld moet hebben om mezelf 100% op wasbaar over te zetten. Misschien niet helemaal tot mijn borsten zindelijk zijn, maar we gaan hier toch nog even borstentraining moeten voortzetten tot de compressen me volledig van dienst kunnen zijn. Gelukkig heb ik hier en daar wegwerp cadeau gekregen waardoor ik mezelf toch nog wat kan redden en menselijk voor de dag kan komen zonder én een luiertas en een mamatas mee te sleuren met reservekledij.

Samen slapen

Terwijl ik dit schrijf ligt onze oudste heerlijk in haar bedje te middagdutten. Onze jongste hangt dan weer op z’n aapjes lekker op mijn buik te snurken. Mijn meisjes zijn geweldige slapers en daar zijn we meer dan dankbaar voor. Niet alleen hebben we zo ook de kans om wat uurtjes slaap te verzamelen, daarnaast blijven we ook gespaard van de horror waar bedtijd soms wel voor gekend staat. Hier gelukkig amper tranen en huilbuien wanneer het bedtijd is.

Hoe we dat bereikt hebben bij nummer 1? Door er niets speciaals voor te doen en volledig op ons gevoel te vertrouwen. Al moet ik toegeven dat we de eerste maanden wel wat hulp kregen van Puckababy baker-/slaapzakken. Maar ergens ben ik er toch van overtuigd dat ons slaapritueel die eerste maanden ervoor heeft gezorgd dat slapen niet als iets eng wordt beschouwd, maar als iets gezelligs en plezierigs.

1175408_10151646651597153_1890190017_nSamen slapen is heel natuurlijk gekomen bij ons, vooral door mijn eigen onkunde om ’s nachts wakker te blijven tijdens de borstvoedingsmomenten. Terwijl dochterlief heerlijk tegen mama aankroop om van de borst te slurpen, vielen mijn ogen alweer dicht richting dromenland en zo geschiedde dat ze de rest van de nacht lekker knus bij ons in bed bleef slapen. Half op mama hangend, half tussen papa en mama inliggend. Natuurlijk had ze haar eigen bedje bij ons op de kamer staan, maar hoewel haar nachten daarin begonnen, eindigde ze toch steeds weer bij ons in bed.

Tot samen slapen niet meer aan haar besteed was. Ze was ongeveer 8 maanden jong toen haar nachten heel onrustig werden en ze meer wakker was dan dat ze in dromenland vertoefde. Tot haar grote frustratie, want wat wou ze toch zo graag slapen. Dat was voor ons een signaal dat het tijd was om onze meid naar haar eigen kamer te verhuizen. Ze had duidelijk nood aan haar nachtrust en de aanwezigheid van mama en papa in dezelfde kamer maakte het voor haar niet makkelijk. Ze werd wakker wanneer wij gingen slapen of wanneer één van ons een luide snurkkreet op de wereld los liet. Dikke tranen en grote frustraties bij dochterlief tot gevolg.
Op haar eigen kamertje hebben we het bedritueel nog beter ingekleed waardoor gaan slapen nog steeds een prettige ervaring is.

Waar het bij Loes heel natuurlijk is gekomen, stond het bij Roos in de sterren geschreven dat ze bij mama en papa zou slapen. Speciaal voor haar komst hebben we een co-sleeper aan ons bed gehangen zodat ze toch haar eigen slaapplek heeft wanneer ze er nood aan zou hebben. Maar voorlopig wil ze daar nog niet slapen. Waarom zou ze ook? Na een lange zwangerschap lekker veilig in mijn buik mag ze nu gerust veilig op diezelde zachte buik slapen. Dicht bij de borsten zodat ze makkelijk kan drinken bij het minste beetje honger tijdens een lange nacht. Ik slaap heerlijk zo, met mijn kleine meid dicht bij me. Geen kopzorgen of ze het niet te koud heeft, want mijn warmte is haar warmte, geen angst dat ik het hongersignaal zal missen, want bij de zachtste kreun ben ik al wakker om haar te helpen aanhappen. Bij ons wordt er ’s nachts niet gehuild van de honger. En wanneer ze tijdens de nacht toch van mijn buik glijdt, ligt ze lekker in mijn armen te dromen van haar grote zus en haar lieve papa.

Dat we hier dus geen slaaptraining zullen toepassen spreekt dan ook voor zichzelf. Zeker na het lezen van een hartverscheurende blogpost op Alternative Mama ben ik nog meer overtuigd van onze gevoelsmatige keuzes.

Een tand voor een kind

Men zegt dat elke zwangerschap een tand kost. Wat de eerste zwangerschap betreft kan ik alleen maar bevestigen. Mijn zwak gebit had het al snel extra hard te verduren en de problemen stapelden zich op. Een abces op mijn tandvlees door een ontsteking van een wortelkanaal.  En net door mijn gezegende toestand kon de tandarts niet al te veel aanvangen met mijn probleem. Een antibioticakuur, een oppervlakkige reiniging van de wortelkanaaltjes en een ontsmettende inspuiting in diezelfde kanalen. Maar zonder echt resultaat. Het abces bleef terugkomen, de vulling in de tand kwam steeds los en de problemen werden steeds ernstiger. Tot ik besloot dat dat abces maar eens moest verdwijnen. Ik prutste er zodanig lang aan dat het knapte en ik bleef het dagelijks uitduwen tot er geen bloed/etter/vieze materie meer uit kwam en het eindelijk pijnloos kon genezen. Niet de meest orthodoxe manier van handelen, maar voor mij heeft het alvast resultaat op geleverd.

Maar dit terzijde. Nu mijn tweede zwangerschap op z’n einde loopt blijf ik moedig hout vasthouden dat mijn gebit stand houdt en ik geen nieuwe tand moet opofferen. Via de magische wegen van het www werd mij een tandpasta aangeraden die speciaal voor gevoelig tandvlees en gevoelige tanden werd ontwikkeld. De planten tandpasta van Weleda (zonder schuimmiddelen, enkel op basis van plantaardige ingrediënten) ziet er een beetje vreemd uit met z’n natuurlijk rode kleurtje, maar hij smaakt best ok. Bij mijn eerste gebruik bloedde mijn tandvlees alvast terug als een rund. As usual.
Het was bovendien ook even wennen dat ik geen mond vol schuim had uit te spuwen, maar ik ervoer wel een ongekend net gevoel in mijn mond en op mijn tanden.

De volgende poetsbeurt groeide mijn verbazing bij deze tandpasta echter nog meer. Waar ik anders quasi liters bloed verlies bij het tandenpoetsen vond ik nergens een druppeltje bloed terug. Mijn zwakke tandvleesplekken leken op één nacht al heel wat sterker. Bovendien zag mijn tandvlees er ook al een stuk gezonder uit. Bijzonder straf resultaat na slechts één gebruik. Toeval of niet, ik ben overtuigd en ik kan alleen maar hopen dat mijn ervaringen op dit niveau blijven.

Bloemetjeshaar

Ik heb krullen, in een ver verleden had manlief krullen en nu heeft dochterlief ook krullen. Ontzettend schattig, maar wat een ellende om ze te kammen. Dus dat doen we niet. Tenzij we lekker gedoucht hebben. Maar zelfs dan kregen we niet alle knopen uit dat kroezelige warhoofd van onze Loes. De schaar dan maar … Meerdere dreadlocks werden reeds genadeloos afgeknipt, maar een echt permanente en degelijke oplossing was deze drastische actie toch niet. En om te kammen en te blijven kammen heb ik het geduld niet, heeft Loes het geduld niet en ik heb eerlijk gezegd ook het hart niet om haar tranen te trotseren in deze marteling.

Wat dan wel gedaan? Goeie vraag … Gelukkig heeft het beetje gezond verstand van me al snel door dat de gewone babyshampoo het klusje niet klaart en dat die lieve blonde krulletjes van dochterlief er steeds brozer bijhangen wanneer ze vaak gewassen worden met shampoo. Net zoals haar tere huid reageert op te veel babyzeep. Voor ons dus geen hopen zwitsal of andere producten, maar gewoon puur water en een liefdevolle, wassende hand. (Best sneu als je weet dat ik tijdens zwangerschap 1 een hele voorraad babywasproducten heb aangekocht.)

Ter aanvulling op onze warme waterstraal hebben we nu ook eens een speciale conditioner voor kinds aangekocht tijdens onze bestelling voor ecologische wasalternatieven. En wat geurt dat goedje goed! Ik voel me meteen in opperbeste zomer- en vakantiestemming bij het ruiken van deze huid- en milieuvriendelijke emulsie. Stiekem ben ik alvast geneigd om mijn weelderige haarbos er ook mee te behandelen. Wie weet vind ik dan voor mezelf ook wel de moed om volledig shampoovrij door het leven te gaan … Ah, nu ik erover nadenk, misschien moet ik daar wel tijdens mijn bevallingsverlof mee starten … Dan moet ik niet persé onder de mensen komen en is het niet zo’n schande om met een gigantische vettige kop haar rond te lopen. Alternatieven en home-made shampoo’s genoeg om volledig ‘poo-vrij’ te gaan …

Suiker?

De zwangerschap van Mini 1 verliep alles behalve vlekkeloos. Hoewel ik er wél het beste van heb gemaakt. Ik mocht dan wel niet meer werken, nou dan hield ik me toch gewoon bezig met de organisatie van de geboortekaartjes en het doopsuiker? En dan probeer ik mezelf opperbest voor te bereiden om de komst van dat lieve kleine mensje. En zo geschiedde ook.

Wat zwangerschap 2 zou brengen kon niemand me op voorhand vertellen. Na de platte rust van de vorige keer hoopte ik natuurlijk dat ik nu wél kon blijven werken en dat ik probleemloos voor Loes zou kunnen blijven zorgen. Laat die placenta alsjeblieft deze keer wel goed innestelen en als het even kan liever niet voor de baarmoedermond graag. Bloedingen, daar wil ik liever niet meer mee te maken krijgen en daar neem ik dan graag alle mogelijke zwangerschapskwalen voor in de plaats. Gelukkig is dat allemaal niet nodig. Deze keer loopt alles vlekkeloos. Ja, ik heb bandenpijn en mijn heiligbeen heeft opnieuw de neiging om bij elke stap te kantelen. Bovendien kan ik perfect aanduiden waar mijn staartebeentje zichzelf compleet nutteloos maakt en die eerste maanden, die waren op z’n zachts gezegd een periode van dag in, dag uit misselijkheid.
Maar ik kan nog werken en spelletjes spelen met mijn lieve dochter.

Enkele weken geleden trok mijn gyneacoloog echter wel aan de alarmbel. De verplichte suikertest (kleine Challengetest voor de kenners) had toch wel een té hoog resultaat. Er was iets niet pluis. Dan maar een tweede test en ook bij deze test bleken mijn waarden te hoog uit te vallen. Al snel kreeg ik een stempel van zwangerschapsdiabetes. Blijkbaar een aandoening die 1 op 20 zwangere vrouwen ontwikkelt.
Nu geen paniek, dokter Google legt me wel even uit wat er aan de hand is alvorens ik op bezoek mag bij een specialist. En ik begin alvast met het schrappen van zoveel mogelijk gerafineerde suikers uit mijn menu. Baadt het niet, dan schaadt het vast ook wel niet.

De specialist in kwestie heeft me echter wat uitgelachen. Wat ik bij hem kwam doen? Ik had niet eens alle testen en er was al zeker geen sprake van zwangerschapsdiabetes. De testen die ik al had gedaan dienden immers om het kaf van het koren te scheiden en daaruit bleek dat ik uitvoerig(er) moest getest worden alvorens er ook maar iets moest ondernomen worden. Een consult van toch wel maximum 10 minuten en een portemonee die 60 euro minder zwaar woog. Alsjeblieft mevrouw.

Gisteren was dan D-day. Ik mocht mijn voormiddag nuchter in het ziekenhuislabo doorbrengen. In totaal zou ik vier keer geprikt worden. Een keertje nuchter waarna ik een ‘heel erg lekker’ suikersiroopje mocht opdrinken, en dan nog een bloedafname gevolgd door nog 2 afnames, telkens een uur na de vorige afnamen. Persoonlijk vond ik deze onderneming slopend en ontzettend vermoeiend. Ik kon amper m’n ogen openhouden en had het liefst van al gewoon in een bed gekropen om wat te slapen. Desalniettemin ging de voormiddag toch nog voorbij en kon ik enkele uren later gewoon opbellen om mijn resultaten te kennen en je raadt het nooit … Ik ben tiptop in orde en heb géén zwangerschapsdiabetes. Paniek voor niets dus.

Maar ik blijf erbij: het zal geen kwaad kunnen om naar m’n dochters voorbeeld te leven en zo min mogelijk gerafineerde suikers en zoetstoffen te gebruiken. Laat ons dit een wake-up call noemen van jewelste. Al zal ik manlief wel eerst helpen om alle zoetigheid die nu nog in huis is, weg te werken 😉 En dan, dan gaan we me z’n allen proberen suikervrij door het leven te gaan.