Een turbulente rit

Terwijl de klok genadeloos verder tikt probeer ik even tijd te maken om terug te blikken op de voorbije maanden. Ze waren de hel. Fysiek en emotioneel zaten we met z’n twee op een rollercoaster waarbij de ups and downs onvermijdbaar waren. Het fysieke gedeelte heb ik grotendeels zelf gedragen, zo gaat dat nu eenmaal met zwangerschappen. Dankzij de gebeurtenissen en mijn hormonen kon mijn man wel meegenieten van het emotionele avontuur. Maar nu is het zo ver… Nog een dikke week en dan wordt ons derde wonder geboren. En een wonder mag deze meid echt genoemd worden …

De zwangerschap was niet vanzelfsprekend: al snel werd ik ziek. Misselijk: dag en nacht, vermoeid, zodanig dat ik nauwelijks uit bed kon en niet veel meer kon betekenen voor mijn andere twee monstertjes en mijn man. Wekenlang, maandenlang was de minste fysieke activiteit echt een uitdaging waar ik me door moest slepen. Dat dit langer duurde dan het gemiddelde eerste trimester maakte ook dat het licht aan het einde van de tunnel nooit dichterbij leek te komen … Een ziekenhuisopname, verschillende onderzoeken en heel veel vraagtekens bij de dokters tot het verdict viel… Ik had een CMV-besmetting opgelopen. Al mijn symptomen en kwalen konden plots herleid worden tot dat vreselijke cytomegalovirus dat iedereen vroeg of laat wel eens tegenkomt. Op zich is dat virus niet echt het vermelden waard. De meeste mensen merken een loopneus of voelen zich wat grieperig en genezen spontaan binnen de kortste tijd. Het enige probleem is dat je dat verdomde virus best niet krijgt tijdens een zwangerschap of wanneer je zwanger wilt worden … De gevolgen voor het ongeboren kind kunnen immers ver reiken.
Ik had dan ook alle pech van de wereld: ik liep het virus héél vroeg in de zwangerschap op en mijn lichaam besloot daar dan ook nog eens hard op te reageren. Alsof het verdict CMV al niet zwaar genoeg te verduren is tijdens die slopende maanden van bang afwachten.

Ik kreeg het nieuwtje te horen via telefoon en er werden meteen extra controles ingepland. Mijn zwangerschap werd plots als een risico voor moeder en ongeboren kind bestempeld. Een punctie was onvermijdelijk en die vond dan ook plaats begin augustus. Gelukkig hadden we véél tijd om als koppel en als individuen in het reine te komen met wat ons boven het hoofd hing. We wisten waar we stonden en konden samen met opgeheven hoofd over de twee opties praten. Indien ons kindje zou besmet zijn, dan vonden we beiden dat we niet met de zwangerschap konden doorgaan … Niet voor het kind in kwestie, dat we alle kansen op een prachtig en gezond leven gunden, maar evenmin voor de twee schatten die hier al rondlopen. Zij verdienen ook een onbezorgde toekomst zonder dat ze moeten wedijveren met een broer of zus die extra noden heeft.  Dat we die beslissing met z’n twee zo konden nemen zorgde ervoor dat ik mij goed op het  ‘worst case scenario’ kon voorbereiden. Ik zocht uit hoe alles wettelijk zat, wat we moesten regelen, hoe zo’n dingen verlopen, ik voerde moeilijke gesprekken met specialisten om toch maar zo voorbereid mogelijk te zijn op slecht nieuws. Het kostte ons veel tranen en verdriet, ook al wisten we niet hoe het ging aflopen en koesterden we hoop op het beste nieuws ooit.
Maar daarvoor moesten we de punctie afwachten en die stond pas maanden later gepland, pas begin augustus … Een angstige dag gevolgd door nog meer angstigere dagen vol ongeduld om te weten hoe het nu juist zou uitdraaien. En dan plots … Het verlossende telefoontje: jouw dochter is gezond. Het virus is niet tot bij haar geraakt.
Er wordt verondersteld dat ik zo ziek ben geworden omdat ik al mijn bescherming en immuniteit heb doorgegeven aan mijn kind. Mijn lichaam en mijn ongeboren dochter hebben als één front gevochten tegen dat virus dat ons leven voorgoed kon veranderen.
De artsen zeiden ons nadien dat ze deze uitkomst nooit hadden durven dromen, gezien mijn toestand en ziektebeeld. Onze vreugde kon niet op en mede doordat alle doembeelden en kopzorgen stilaan konden losgelaten worden en we vol vreugde en geluk de laatste maanden van de zwangerschap in konden gaan, werd ik plotsklaps beter. Ik heb nog steeds last en hoewel ik ook nog dagen van misselijkheid heb, zelfs nu in de laatste dagen, is dit alles net iets makkelijker te plaatsen. Nu kunnen we tenminste aftellen, op twee handen, naar de mooie herfstdag dat we kennis kunnen maken met onze derde dochter …

Zorgen

Het is lang geleden dat ik van me heb laten horen. Ik had ofwel veel inspiratie die ik niet onder woorden kon brengen, ofwel te veel woorden die op niets sloegen. Ik besloot dan ook even een pauze in te lassen. Vandaag is het echter tijd om weer even van alles neer te pennen.

Eind vorig schooljaar kreeg ik een bittere pil te verwerken. Mijn contract werd niet verlengd met als gevolg dat ik in september niet meer in het onderwijs tewerk gesteld zou worden. Hoewel mijn voorgevoel me ergens héél alert maakte op deze ‘BOM’ werd ik in mijn omgeving steeds gerustgesteld dat het zover wel niet zou komen en dat ik echt wel aan de slag zou kunnen blijven. En dat wilde ik ook héél erg graag geloven.
Maar toen was er die bewuste donderdag dat het nieuws me werd meegedeeld. Over & Out. Solliciteren dan maar.

Heel even heb ik toen gedacht om onze vakantie te annuleren om alles op een rijtje te kunnen zetten. Maar gelukkig werd dat me snel uit het hoofd gepraat. Die vakantie zou ons deugd doen en die hadden we echt wel verdiend. Dus we gingen.
Terwijl de eerste sollicitaties vlotjes buitengingen kwamen de eerste reacties even vlot binnen. Bedankt maar neen bedankt. Graag, maar niet nu. Geen reactie. Maar ook enkele gesprekken kwamen uit de bus. En hoewel ik telkens het beste van mezelf heb gegeven kreeg ik steeds terug negatief nieuws te horen. Tot ik besloot dat het welletjes geweest was. Gedaan met solliciteren en mijn kwaliteiten even helemaal reorganiseren en focussen op een nieuwe toekomst. Een dankbare toekomst.

En zo geschiedde: Ten huize LMS wonen tegenwoordig twee studenten. Vaderlief studeert bij in afstandsonderwijs en moederlief herschoolt zich voltijds voor Verpleegkundige. ’t Zal hier enkele jaren op de tanden bijten worden en knokken en vechten om er te geraken. Maar de motivatie is er alvast. Over enkele jaren kan ik de zorgwereld binnentreden als gediplomeerde verpleegkundige en dan kan ik het beste van mezelf aan anderen geven. Steeds opnieuw.

Maar tot dan oefen ik mijn nieuwe kennen en kunnen graag uit binnen ons gezin. De beste slaapverhaaltjes zijn die over de werking van ons lichaam, zo blijkt. En de beste speelpatiënten heb ik toevallig ook al in huis ….

Tijd om wakker te worden

De voorbije twee jaar zijn voorbijgevlogen. Met de zwangerschap van nummer 1 kwam een onverwachte zoektocht naar de ideale job. En net op de valreep, een dag voor mijn bevalling, kreeg ik het fantastische nieuws dat ik op 1 september in een school aan de slag kon.

Een fantastisch cadeau na enkele donkere maanden. Tijdens die zwangerschap is immers gebleken dat ik niet zo goed bestand ben tegen een toekomstbeeld zonder invulling. Dat geweldige nieuws heeft toen zeker en vast bijgedragen tot een fantastische roze wolk.

Vandaag nadert het einde van mijn tweede schooljaar in het onderwijs. En wat heb ik daar van genoten. Het was een geweldige tijd.
Helaas staat het einde van dit schooljaar staat nu ook gelijk aan het einde van mijn job. De samenwerking wordt stopgezet en ik moet opzoek naar en nieuwe uitdaging die ik minstens zo graag zal doen.

De lat ligt hoog: ik genoot echt met volle teugen van m’n job. Zelfs een baaldag was een feest.

Het grote probleem nu is vooral dat ik plots niet meer weet welke richting ik uit wil. Jobs als m’n bijna-oud-job liggen er niet voor het rapen. Realisitisch gezien is de kans dus heel erg klein dat ik terug als opvoeder/administratieve kracht op een school terecht kan. Wat dan wel? Back to the roots? Journalistiek: televisie of geschreven pers? Graag, het gemis is altijd ergens blijven jammeren maar wat dan met m’n dametjes? De balans werk-gezin vind ik oh zo belangrijk.
Nog belangrijker is het feit dat ik niet het eerste het beste wil doen om toch maar van de straat te zijn. Dat zal mijn gezin zéker niet ten goede komen. Een gelukkige mama is nog altijd de beste mama: zelfs met een überdruk werkschema.

Ach, gelukkig staat de zomer voor de deur. Al m’n zorgen zullen smelten als sneeuw voor de zon. Tijd om mezelf te herbronnen en nog even met volle teugen te genieten. Klaar om een sprong in het duister te wagen en te ontwaken uit een echt mooie droom.

Goddelijke haren

Mijn haren voelen zacht aan. Ze  blinken een beetje. Niet van vettigheid maar van gezondheid. Mijn hoofdhuid jeukt niet meer zo erg als vroeger. Ze jeukt nog, maar dat lijkt me maar normaal. Als je bekijkt hoeveel haren ik heb …
Het gaat me goed af daar in No Pooland. Jaja, ik hou vol. Geen shampoo’s meer voor mijn haren. En ook conditioners en maskers worden geweerd. Althans, de soort die je in de winkel kan kopen.

Ondertussen ben ik geëvolueerd naar DIY shampoo op basis van allemaal vreemde ingrediënten die me tot nog niet zo lang geleden onbekend waren. Gelukkig mocht ik eerder al kennis maken met de geweldige online kruiden- en pittenwinkel Pit Pit. Het was dus maar een kwestie van even zoeken en op bestellen klikken om al dat onbekends in huis te halen.

Mijn eerste homemade shampoo heb ik in ware heksenstijl gebrouwen volgens een receptje dat ik eerder al had gepind in mijn No Poo mood board. Dit recept heb ik gekozen omdat het gebruik maakt van wasnoten. Toevallig heb ik er daar meer dan genoeg van liggen. Verder worden er gedroogde (wilde) kamillebloemen gebruikt, heermoes, heemst wortel, hibiscus (zorgt voor die heerlijke rozige kleur), guargom (dikkingsmiddel), citroenzuur (bewaarmiddel), kokosmelk, appelazijn, zelf gemaakte Aloë Vera gel, en lekkere essentiële oliën. (Persoonlijk vind ik dat ik daar een beetje té wild ben gegaan met pepermunt. Volgende keer ga ik voor een gematigdere geur :)).

Het was experimenteren en ik had absoluut geen idee wat de uitkomst zou geven. Maar na anderhalve maand durf ik een tevreden oordeel vellen. Ik hoef mijn haar met deze shampoo maar 1 keer om de twee weken te wassen. En daarbij is het dan vooral belangrijk om op voorhand de hoofdhuid al goed te masseren zodat dode huidschilfers makkelijk loskomen en uit je haar kunnen verwijderd worden. Het is ook belangrijk om de shampoo een goeie 5 tot 10 minuten in je haar te laten trekken voor je je haar spoelt. Zo kan je haar al het goeds van de kruiden goed opnemen.

Een struikelblok is echter de Aloë Veragel en/of de guargom. Deze zijn in mijn brouwsel niet goed opgelost, dus bij het spoelen moet ik goed opletten dat alle ‘brokjes’ goed verwijderd worden, anders heb ik de eerste dagen na het wassen en soort van vettige haardos.
Pas op: net zoals wanneer je je haar enkel met natriumbicarbonaar zou wassen, heb je de eerste dag sowieso een ietwat vreemder gevoel aan je haren en op je hoofdhuid, maar vanaf dag 2 lijkt je haar echt herboren. Ik ben fan en ik kan al niet wachten op een nieuw brouwsel te proberen met andere kruiden en geurtjes.

Wil je zelf aan de slag? Dan kan je hieronder de werkwijze vinden. Succes!!

  1. Breng 500 ml kokosmelk (of gedistilleerd water, of een combinatie kokosmelk/water) aan de kook met de heemstwortel en 10-12 halve wasnoten  en laat een 20-tal minuten op een zacht vuurtje sudderen.
  2. Haal de pan van het vuur en voeg de gewenste kruiden toe. Roer goed om en laat deze brei volledig afkoelen. Wanneer alles goed koud is kan je de kruiden uit de vloeistof filteren met een zeefje. Voeg 3 ml citroenzuur toe.
  3. Meng appelazijn met haarhelende kruiden (trek er eerst een thee van) en de aloë vera gal. Met een klopper meng je er de Guargom onder. Zorg dat je géén brokken krijgt en mix grondig! Giet dit alles bij de eerste stappen en blijf goed mixen. Je zal merken dat je een lekkere dikke brei krijgt. Voeg max 20 druppeltjes essentiële olie toe ( lavendel, rozemarijn, pepermunt, … doe gek, combineer heerlijke geuren, maar onthou: less is more!)

Gebruik: verdeel gelijkmatig over je hoofdhuid en haar. Masseer het grondig zoals je met een reguliere shampoo zou doen. Laat alles 5 tot 10 minuten trekken en spoel goed uit. Herhaal het spoelen enkele keren. Indien je dit wil kan je je haar voor extra glans nog eens naspoelen met appelazijn.
Deze shampoo is kindvriendelijk, maar kan pikken in de ogen. Opletten geblazen dus. ( Persoonlijk kies ik er nog altijd voor om onze mini’s hun haren met gewoon water te wassen).

Het verhaal van de luie moeder

ZE is bijna 5 maand. Geen wonder dus dat iedereen verwacht dat onze nachten rozengeur en maneschijn zijn. Voor mij zijn ze dat ook. Ik hoef ’s nachts niet uit bed om flessen op te warmen of om luiers te verversen. Maar of mijn dochter dan doorslaapt? Dat kan, al denk ik dat ik gewoon een zeer luie dochter heb “gekweekt” door aan co-sleeping te doen. Maar ja, zo moeder zo dochter, niet waar?

Waarom ik een luie dochter heb? Ze hoeft midden in de nacht haar keel niet open te trekken om mijn aandacht te trekken. Ze hoeft ook helemaal niet haar ogen open te doen om eten te krijgen. Lui dus. En makkelijk. Vooral makkelijk. Ik hoef ook mijn bed niet uit om mijn dochter gelukkig te houden. Ik moet maar even naast me tasten, dochterlief goed tegen me aandrukken en hup … mevrouw hapt aan en krijgt een heerlijke droomvoeding. Lekker makkelijk en zeer ontspannend. Dikwijls lig ik alweer in slaap nog voor zij zich losmaakt en een makkelijke slaaphouding naast mij zoekt. Hemels.

Nu ze kan rollen maakt ze de nachten nog fijner. Ze wurmpt zich doelbewust naar me toe. En hapt ook al aan zonder enige hulp. Als ik dan even wakker word en me probeer te verleggen komt er een luide kreun en volgt ze moeiteloos mijn beweging om toch maar dicht bij mijn borsten te blijven liggen. Prachtig toch hoe Moeder Natuur dat zaakje mooi geregeld heeft. Dochterlief is gefixeerd op mijn borsten en ik ben gefixeerd op dat kleine slapende wezen naast me. Op en top veilig en helemaal op maat van luie mama’s en luie kindjes.
En net voor dat extra beetje veiligheidsgevoel, niet iedereen vertrouwt blindelings op La Mama, staat er trouwens een geweldige co-sleeper naast ons bed. Zo begint onze meid haar nachten tenminste in een eigen bedje.

Zoektocht naar frisse haren

Ik heb het eerder al over de fameuze “No Poo” methode gehad. Kortweg: alle shampoo en chemicaliën uit je haar weren. Maar tot over een dikke week of 10 had ik er het lef niet voor om het te proberen. De ontwenningsfase is immers niet te onderschatten. De periode waarbij je haar zichzelf probeert te herontdekken en herstellen is nogal een vette bedoening.  Een grote stap dus om van frisgewassen haar (al dan niet met een geïrriteerde en jeukende hoofdhuid) naar een haardos met wat eigenschappen van de gemiddelde friteuse te evolueren. Maar het is me gelukt. Ik ben “No Poo” gegaan.

Die vettige periode waar ik zo angstig tegenover stond is trouwens best meegevallen. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik al probeerde om mijn haar zo min mogelijk (maximum 2 keer  per week) met shampoo te wassen. Die ontwenning was dus redelijk relatief.
En net zoals in mijn shampoo periode heb ik mezelf ook voorgenomen het alternatieve wasmiddel ook met mate te gebruiken. Ik ga nu dus niet plots keihard mijn hoofdhuid scalperen met bicarbonaat. In tegendeel: ik streef ernaar dit maar 1 keer per twee weken te gebruiken. Verder was ik mijn haar met … water. Toegegeven, het is wennen, maar het is best aangenaam. Mijn haren worden nu ook niet sneller vettig. En ook mijn hoofdhuid lijkt de verandering te appreciëren: ik heb minder last van jeuk. Maar of mijn krullen nu plots veel elastischer zijn en onvoorwaardelijk krullen, dat weet ik nog steeds niet. Ik geloof het niet. Mijn haren voelen nog altijd strodroog aan, en ik heb nog altijd vreselijke bad hairdays. De ongelooflijke resultaten die verschillende youtubers te zien krijgen blijven hier wel wat uit. Maar voor mij maakt dat niet uit. Ik voel er me goed bij.

Hoe begin je er nu zelf aan?

Heel simpel: door een knop om te draaien er ervoor te gaan. Meer is er niet aan. Ok, je moet tijdens je volgende winkeluitje wat bicarbonaat en appeltjesazijn inslaan, maar meer heb je verder niet meer nodig.

Alle ingrediënten in huis? Dan kan je er écht aan beginnen.
Voor je gaat douchen (tip: je doet dit beter niet in bad) meng je bicarbonaat met water (verhouding bicarbonaat 1/10). Goed roeren en deze mengeling op je hoofdhuid aanbrengen. Goed “schrobben” en wrijven. Dit zal alle dode huidcellen los maken en het vuil van je hoofd en haarwortels verwijderen. Op het einde van je bekertje zal je vooral bicarbonaat aantreffen, smeer dit ook maar over je hoofdhuid en haarwortels uit en laat even een minuutje op liggen alvorens af te spoelen.

Na het spoelen zet je je watertemperatuur wat lager. Bij voorkeur naar koud water, maar dat hoeft niet. Dan giet je appeltjesazijn in je beker en leg je dit opnieuw aan met water (opnieuw verhouding 1/10 bij kort haar, maar ik heb lang haar, dus ik durf al 1/2 te gaan).  Dit giet je nu over je haar. Probeer dit niet over je hoofdhuid te gieten en vermijd al zeker je ogen. Spoel meteen goed uit (met dat koude water). De combinatie appelazijn en koud water zorgt ervoor dat je haarschubben goed gaan sluiten en zorgen voor een gezonde glans en soepelheid. Lekker zacht haar dus.

Nadien kan je je haren uitkammen (pas op, nat haar breekt makkelijk, dus wees voorzichtig) en met koude lucht drogen. Je kan je haarpunten nog even wat opsmukken met een klein lepeltje kokosolie door dit erin te wrijven. Zo voorkom je splittende punten en krijgt je haar nog een extra voeding. Dit vervangt dus hele dure serums.

Maar na een bezoekje aan mijn kapper ben ik opzoek gegaan naar een nog betere methode om mijn haar te verzorgen. And so the journey continues … wordt vervolgd!

P(r)otje

Hoe graag ik onze wasbare luiers ook zie, het gevoel van euforie is overweldigend: Onze Loes draagt overdag geen pampers meer. Natuurlijk gebeuren er af en toe eens ongelukjes. Vooral omdat een protje soms een kakje blijkt te zijn. Maar dat maakt mijn overwinningsgevoel en moederlijke trots er niet minder op: het is gelukt! En dat terwijl de algemene mening toch wel stelt dat ze nog veel te jong is om al proper te zijn.
Het tegendeel kan hiermee niet duidelijker gesteld worden.

Vroeg

Met 22 maand is ze de dag  van vandaag inderdaad heel vroeg ‘proper’. Maar wanneer we even in de tijd zouden reizen, dan zou ze geen vroegbloeier maar een gemiddeld kind zijn. Uit studies blijkt immers dat kinderen dertig jaar geleden rond 22 maand overdag zindelijk waren. Vandaag is dit pas op 31,2 maanden. Persoonlijk vind ik dit een jammere evolutie die in de hand gewerkt wordt door de pamperindustrie. Want hoe willen we nu dat kindjes leren droog worden wanneer hun pamper amper nat aanvoelt na één of twee plasjes? Geef mij dus toch maar die geweldig ogende wasbare luiers waar m’n kinderen een groter bewustzijn mee kunnen ervaren wat betreft een vuile of natte broek dan met een chemische wegwerpluier.
Bovendien is haar zindelijkheid nog een stap naar een meer ecologische opvoeding voor onze meisjes. Geen papiertjes om de poep af te vegen. We blijven lekker wasbare doekjes gebruiken. En mijn wasmachine is alvast blij met die kleine schattige onderbroekjes. Minder was oogt toch ook een stukje aangenamer in het huishouden. Al is de luierwas er eentje die met veel liefde wordt gedaan.

Haat/Liefde

Loes gaf al heel lang aan wanneer ze geplast had of een drolletje in de pamper had gedeponeerd, maar tot aan de Paasvakantie was het potje leuk om eens op te zitten om een boekje te lezen, en nog leuker om keihard neen tegen te roepen. Vandaag loopt ze in alle haast naar daar om haar broekje af te trekken en een keigrote plas te deponeren. De concentratie waarmee ze dat doet is hilarisch om te zien. En de ontladen en trotse reactie wanneer ze dan eindelijk plast of een plofje hoort neervallen doet mij elke keer opnieuw smelten. Zij is er duidelijk gelukkig mee, en ik des te meer. Toch zijn er soms nog heuse jammerpartijtjes om op het potje te gaan. Dan wordt er keiluid ‘nee’ gegild, maar de aanhouder wint. Haar signalen dat ze moet zijn niet mis te verstaan en dat ze dan even haar spel moet onderbreken om vlug een plasje te doen, lijkt ze niet altijd te willen snappen. Desalniettemin is ze nog zo blij als ze weer ontspannen verder kan spelen.

We hebben dus nog wel een weg af te leggen, maar ik leef alvast op hoop dat de nachtluier deze zomer ook achterwege kan blijven. Eén ding staat vast: elk plasje of drolletje wordt hier nog lang als een ware overwinning gezien en menig ‘High Five’, ‘Dikke Duim’ of een ‘vuistje’ zullen hier nog gevierd worden.

Aan de slag

Wauw, ik ben er nog eens geraakt … Nu ik terug aan het werk ben is het toch wel wat moeilijker om alles georganiseerd te krijgen.

Twee schatten van kindjes, een toffe job waarvoor ik belachelijk vroeg moet opstaan. (Of dat toch probeer, we zijn immers al aan het falen.) en de belofte aan mezelf en mijn fitnessabonnement om minstens 3 keer te gaan sporten per week. Het is een heuse puzzel en ook deze week weer een heuse strijd.

We zijn dinsdag en al twee keer heb ik mijn agenda aangepast aan huishoudelijke noden en vermoeidheid. Gisteren is het niet gelukt om te sporten en ook vandaag heb ik gefaald. Maar … Onzen beneden is alvast (semi)opgeruimd en gepoetst.

Desalniettemin: de dames doen het goed. Loes is (overdag) uit de luiers, Roos groeit als kool en ikzelf zit min of meer op schema. Hoera en applausje voor onszelf!

Hoe de minidames dit alles bereiken, dat post ik de komende dagen. Hou het hier dus maar goed in de gaten. Er zit trouwens ook een blogje aan te komen over mijn ‘No Poo’ experiment. Spannend!

Wat een tempo

De tijd vliegt. Nog niet zo lang geleden was ik ongeduldig genoeg om het lot te tarten met allerhande, soms eerder curieuze, methoden om dat kleine wezen net wat sneller op deze aardbol te zetten. 

Vandaag maak ik echter geduldig lijstjes en ochtendplanningen om maandag opnieuw mijn weg naar de werkvloer te vinden. En die weg moet tot op de seconde getimed worden, want de wekker zal genadeloos vroeg een ijl lawaai op mijn oren afsturen. 

Een dubbel gevoel: Roos is amper 12 weken, Correctie: 11 weken en 6 dagen, jong wanneer ik opnieuw door de schoolpoorten zal stappen. Maar anderzijds zal het deugddoen om me wat meer onder de spraakvaardige mensen te begeven. 

Desalniettemin zal maandag mijn mamahartje een klein beetje treuren wanneer ik twee minimensjes achterlaat. Minimensjes die plots elk al zo groot zijn geworden… 

Roos heeft roos

Onze jongste heeft een droog velletje. Daarbij had ze een gezicht dat las als een goed brailleboek. Duidelijk een zwaar geval van baby-acne volgens onze dokter, ze schreef dan ook al snel een zalfje voor met een minimum aan cortisone. Dat zou het wel doen. En ja, enkele dagen smeren later was het veel beter. Alleen heb ik het zalfje met cortisone nooit aangekocht en ben ik lustig blijven smeren met kokosolie en een voedende zalfje waarmee onze mini’s dagelijks worden gemasseerd.

En hoewel bleek dat ons Roos haar huid duidelijk grote nood heeft aan extra voeding gaat die huid er met reuzensprongen op vooruit. Pas op: van zodra ze een beetje te veel zweet of iets te lang in contact komt met bijvoorbeeld wat zure, gewezen,  maaginhoud staat ze terug vol bobbels en bulten. Maar gelukkig nooit voor lang. En ze lijkt er tenminste zelf niet al te veel last van te hebben.

Nu we dat snoezige gezichtje dus volledig onder controle lijken te hebben heeft er zich echter een andere babykwaal kenbaar gemaakt. Ons roos heeft last van berg. Oftewel: seborroïsch eczeem. Berg dus. Hoewel, had ik er last van gehad dan zouden we er gewoon naar verwijzen als zijnde roos. Roos heeft dus roos, euhm berg.
Dokter Google komt uiteraard meteen met een gigantische trukendoos aanzetten om de schilfers op haar hoofdje de baas te kunnen, maar ik heb besloten de kat uit de boom te kijken. Diezelfde dokter Google heeft me immers ook verteld dat het maar een tijdelijke aandoening is waar ze tegen haar zesde levensmaand moet uitgegroeid zijn. Het is dus maar een fase. En dan nog wel een fase die het best geneest door er helemaal niets aan te doen. De losse schilfertjes plukken we uiteraard wel uit haar rossige haartjes of die worden losgeweekt tijdens het wassen ( met water, zonder boosaardige shampoo en zeep dus) waarna een zachte borstelbeurt het nodige werk levert.

Mijn Conclusie: niet meteen in de aanval gaan met al die chemische en ongetwijfeld dure farmaceutische toepassingen. Hou het lekker luchtig en natuurlijk en dan krijg je nog zo’n mooie resultaten.

Amen.